maandag 9 februari 2015

Projectonderwijs dringt overal door

Ik ben fan van methodeonderwijs. De recente schoolprojecten van mijn kinderen zaten er weer zo boenk! op dat ze vanzelf ons huis binnenslopen.

Sommige thema's zijn standaard. Denk dino's, liefde, het circus en cowboy's en indianen in de kleuterklas. Kinderen leren dan allerlei moeilijke namen (Allosaurus fragilis!) of hoe baby's gemaakt worden. Ze kunnen een show in elkaar steken of ontdekken een stukje geschiedenis. En passant pikken ze nog wat wijze levenslessen op. Bijvoorbeeld dat het zelfs voor cowboy's en indianen leuker is om samen te spelen dan tegen elkaar te vechten.


In de lagere school gaan projecten over pakweg afval of het ontstaan van onze planeet en het eerste leven op aarde. Dat laatste kwam goed uit: in Antwerpen liep er net een expo over de oerknal en de oertijd. Wij hadden een feestje in de buurt en sleepten er de hele familie heen.

Niet dat in de oudere klassen enkel serieuze onderwerpen aan bod komen, om 'dingen te leren', en in de kleuterklas enkel de speelse, creatieve thema's. De projecten van de kleuters bevatten vaak ernstig onderzoekswerk. Hoe worden auto's gemaakt? Wat gebeurt er in het menselijk lichaam? Hoe leefden ridders en prinsessen in hun kastelen? Wat doen hulpdiensten? Enzovoort.

De leerkrachten van de lagere school werken dan weer heel creatief met de onderwerpen die de kinderen (nog steeds) zelf aanbrengen. Toen ze in Jana's klas Harry Potter tot educatief project bombardeerden, dacht ik aanvankelijk: leuk, maar wat kun je daarvan leren? Ha! Had ik dat even onderschat.

De kinderen werden door een sorteerhoed in de klas ingedeeld in afdelingen en oefenden zwerkbaltoernooien in de turnles. Ze leerden spreuken in het potjeslatijn, zoals transformus zwijn, defendus met een rijm. Maar er was ook heuse klassieke leerstof: de meester liet bijvoorbeeld berekenen hoeveel deciliter van dit en hoeveel milliliter van dat nodig was voor een zelf verzonnen toverdrank.


En zo sluipen die projecten elke keer weer het huis binnen. Met indiaan Lukas (aka Spelende Vlinder) zongen we bij een ingebeeld kampvuur heelder dagen Hani Koeni van Laïs. Op blote voeten! Voor de buurtklasgenoten van Jana werd onze tuin een magische vindplaats voor drakenkeutels, kattendarmen en everzwijnenhaar, onze keuken een labo. In de kringloopwinkel speurden we naar oude boeken waarin je een geheim compartiment kunt maken. En om ons te verdedigen tegen tovenarij verkeerden onze hersenen in een permanente staat van rijm.

Maar het meest verbazingwekkende project van de afgelopen maanden was het winterthema bij Lukas: de kleuters konden maar niet kiezen tussen dit seizoen (kou en donker), zebra's en muziek. Dus fantaseerde de juf een combinatie en kregen wij de coolste nieuwjaarsbrief ooit. Op een nummer van Red Zebra.




2 opmerkingen:

  1. :-))))))). Geweldig. Er is een school op 100 m van onze deur, en ik vond het belangrijk dat onze kinderen in de buurt naar school zouden gaan, dus Aaron is er ingeschreven. De juf van de instapklas lijkt alleszins heel tof (start pas na Pasen), maar ik hoop dat we er geen spijt van krijgen dat 't een klassieke school is... Dat ze z'n creativiteit niet gaan fnuiken. Thuis zullen we dat altijd blijven stimuleren alleszins.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oh, Liesbeth, als ik bij vrienden rond hoor, dan is het meeste kleuteronderwijs tegenwoordig redelijk projectgericht. Dat hebben we te danken aan de goede invloed van methodescholen! Hihi. Dus ik zou me niet te veel zorgen maken. Bovendien is dat buurtgerichte ook belangrijk. Ik heb al vaak gedacht dat ik eens een post moet schrijven over alle kinderen die na school over de vloer komen. Op de speelplaats komt er altijd wel iemand naar mij gelopen: 'mag ik mee?' Geweldig voor de kinderen: vollen bak spelen met elkaar. Geweldig voor mij: altijd gezellig en weinig omkijken naar. Daar kan je Aaron dus ook nog veel plezier aan hebben. En dat jullie zijn creativiteit gaan blijven stimuleren, daar ben ik van overtuigd!

    BeantwoordenVerwijderen